• Luchtkalk
  
• Wit cement (zonder chroom)
  
• Dispersiebindmiddel
  
• Wit marmerpoeder
  
• Additieven ter verbetering van de verwerkingseigenschappen
  
• Organische bestanddelen <5 %
  

• Optimale verwerking
  
• Spanningsarme uitharding
  
• Vlak oppervlak
  
• Uitstekende hechting
  
• Hoge krimpvastheid
  
• Schuurbaar
  
• Bestand tegen droog schuren
  

Tijdens de verschillende stappen van de verwerking en het drogen mag de temperatuur van de omgeving en ondergrond niet lager zijn dan 5 °C. Tijdens de verschillende stappen van de verwerking en uitharding moeten de materialen gedurende minstens zeven dagen worden beschermd tegen vorst.

De ondergrond moet droog, stofvrij, beschut tegen vorst, absorberend, vlak, voldoende ruw en dragend zijn,vrij zijn van uitbloeiingen en antiLijmmiddelen zoals ontkistingsolie, …De analyse van de ondergrond moet gebeuren volgens de respectievelijke normen Ö B3346, DIN 18350 enSIA V242.Loszittende, niet hechtende delen van de bestaande bekleding moeten altijd eerst worden verwijderd.Bij historische gebouwen enkel de loszittende en hol klinkende delen verwijderen in samenspraak metbevoegde diensten/bestuur. Indien die losse elementen behouden moeten blijven, dan moeten ze eerstconform de regels worden verstevigd/opgevuld.Geschikte ondergronden zijn beton, onderlagen of geschikte platen voor het aanbrengen van coatings(dragerplaat, …).Nieuwe oppervlakken in beton moeten eerst minstens 3 maanden drogen voordat ze worden bijgewerkt.

Verwijderen van loszittende pleister- en verflagen.Op zorgvuldig gereinigde en gedroogde betonnen oppervlakken is geen hechtbrug nodig.Bij een organische ondergrond moet de reiniging gebeuren met water, maar niet met een hogedrukreiniger.Na reiniging van de ondergrond met water moet een voldoende lange droogtijd in acht worden genomen(ongeveer 10 dagen bij mooi weer). Als de organische ondergrond ondanks ons advies toch met een hogedrukreinigerwordt schoongemaakt, dan moet de droogtijd op overeenkomstige wijze worden verlengd.Zanderige en/ of sterk zuigende ondergrond voorbehandelen met Röfix PP 201 SILICA LF, een hechtingsmiddelop basis van silicium. Geschuurde, stofferige en sterk zuigende ondergronden zoals gipspleisters zijnmet Röfix PP 301 HYDRO LF voor te behandelen.Op zorgvuldig gereinigde en gedroogde betonnen oppervlakken is geen hechtbrug nodig.

Bij het handmatig verwerken een zak met zuiver water volgens de mengvoorschriften met een dwangmenger aanmaken tot een homogeen mengsel. Mengtijd: 2-3 minuten. Na het mengen 10 minuten laten rusten en vervolgens opnieuw kort oproeren. Uitgehard materiaal kan niet opnieuw worden gemengd.

De pleistermortel kan worden aangebracht met een truweel, een geschikte wormpomp of spuitapparatuurzonder lucht.Standaard moeten twee lagen van elk ongeveer 1 mm dik worden aangebracht. De eerste laag moet watsteviger en harder zijn. Dankzij de twee lagen krijgt het oppervlak een gelijkmatige kwaliteit.De mortel gladstrijken met roestvrij pleistergereedschap.Bij binding van het materiaal kan het oppervlak met plamuurgereedschap worden gladgestreken. Na drogingschuren voor een uiterst glad resultaat.Verse mortel moet binnen 2 uur worden gebruikt.Tijdens de uitharding, en vooral bij gebruik van verwarming, moet de ruimte voldoende geventileerd zijn omeen goede droging/verharding te verkrijgen. Directe verhitting van het pleisterwerk is verboden.Materiaal uit geopende oude zakken niet gebruiken en ook niet vermengen met het verse materiaal.Nooit louter met water afwerken.Buiten is een beschermende verflaag met ‘Röfix PE 229 SOL SILIKAT Minerale silicaatverf voor buiten’,‘Röfix PE 419 ETICS’ of ‘Röfix PE 519 PREMIUM Gevelverf met SiSi-technologie’ aan te raden.De coatinglagen zijn uitvoerbaar conform de technische fiche “Binnenshuis coatinglagen, deutscherBundesverband der Gipsindustrie Berlin (Duitse federatie voor pleisterwerk Berlijn), editie 2011” en ÖNORMB3346:2012 in de kwaliteitsklasse Q1 tot Q3.

Niet geschikt voor verlijmen van grote keramische muurtegels of zware stenen tegels. De plaatsing van kleinetegels in secundaire vochtige ruimten (zoals keukens en toiletten van woningen) is mogelijk na een voldoendelange uithardingstijd (minstens 4 weken). In vochtige zones zijn kalk-gebonden eindlagen af te raden (zoalszones die zijn blootgesteld aan opspattend water).Voor een aangenaam binnenklimaat dient men damp- en koolstof-open verven te gebruiken zoals de kalkverf‘Röfix PE 819 SESCO’, ‘Röfix PI 233 ÖKOSIL’ of ‘PI 262 ÖKOSIL PLUS’.Bij toepassing van deze producten een droogtijd van minstens 4 weken in acht nemen.

Gedetailleerde veiligheidsinstructies vindt u ook op onze afzonderlijke pagina’s over de veiligheid.Gelieve die technische veiligheidsfiches voor gebruik altijd eerst te lezen.

In vochtbestendige papieren zakken.

Droog op houten paletten bewaren.Opslagperiode: min. 12 maanden conform Verordening 1907/2006/EG bijlage XVII bij 20 °C en een relatievevochtigheid van 65%.

Bij de verwerking van onze producten dient de informatie op onze technische informatiebladen te worden opgevolgd en dient er rekening te worden gehouden met de algemene en landspecifieke normen en de aanbevelingen van de respectieve nationale vakverenigingen (bv.: Buildwise, Xthermo…) en de Röfix handboeken.

Met dit informatieblad verliezen alle eerdere uitgaven hun geldigheid.
De informatie op dit technisch informatieblad stemt overeen met onze huidige kennis en praktische gebruikservaring.
De informatie werd zorgvuldig en nauwgezet opgesteld, echter onder voorbehoud van juistheid en volledigheid en zonder aansprakelijkheid voor de verdere beslissingen van de gebruiker. De informatie alleen motiveert geen rechtsverhouding of andere bijkomende verplichtingen. Ze ontslaat de klant niet van zijn/haar plicht om het product zelf te controleren op de geschiktheid voor het voorziene gebruiksdoel.
Onze producten worden, net als alle grondstoffen die erin zijn bevat, voortdurende gecontroleerd, waardoor een constante kwaliteit gewaarborgd is.
Onze technische adviesdienst staat tot uw beschikking in geval van vragen met betrekking tot het gebruik en de verwerking en voor demonstratie van onze producten.
De actuele stand van onze technische informatiebladen vindt u op onze website of kan op het nationale kantoor worden opgevraagd.
Bij de verwerking van onze producten dient de informatie op onze technische informatiebladen te worden opgevolgd en dient er rekening te worden gehouden met de algemene en specifieke normen van de respectieve landen (handboek ETICS IVP, etc.) en de aanbeveling van de respectieve nationale vakverenigingen (bv.: Buildwise, Xthermo…) en de Röfix handboeken.
Gedetailleerde veiligheidsinstructies vindt u ook op onze afzonderlijke veiligheidsinformatiebladen terug. Deze veiligheidsinformatiebladen moeten vóór gebruik worden doorgelezen.